Don is de “Chaotic Good” Bard in de party Helmuts Helden, welke wordt geleid door Bjorn.
Hierbij reisde hij samen met Vincentius (Simon), Phillippa (Chiquita), Twinkle (Bart), Oswald (Marcel) en Goede Fraegh (Bertil). Voorheen maakte Nanthéil (Chiquita) ook onderdeel uit van deze groep.
Don groeide op in een klein gehucht net buiten Helmut. Zijn ouders waren arme boeren die het grootste deel van hun vrije tijd doorbrachten met drinken en gokken. Don was te jong om te begrijpen welk effect deze levensstijl op hen had, maar hij was slim genoeg om te weten dat hij geen boer wilde worden. Hij was een geboren muzikant en leerde in de loop der jaren een aantal instrumenten bespelen.
Hij deed het goed op school en bood zich vrijwillig aan als misdienaar om de financiën van zijn gezin te helpen. Als hij zijn klusjes in huis niet deed, was hij altijd te vinden in de plaatselijke taverne. De andere beschermheren mochten hem en namen hem vaak onder hun hoede. Hij leerde hoe hij zich staande moest houden in een gevecht en hoe hij informatie van mensen kon krijgen.
Uiteindelijk besloot hij dat zijn plek in de taverne was, waar hij de gasten vermaakte met zijn muziek terwijl hij iedereen op de hoogte hield van de laatste roddels. Hij vond ook het nodige aan vrouwelijk vermaak terwijl hij rondhing in de tavernes. Iets wat niet altijd in goede aarde viel bij de partners van deze schone vrouwen. Op een dag kwam er een een persoon naar binnen in de taverne genaamd Vincentius die begon te vertellen over de avonturen welke hij had mee gemaakt. Dit klonk heel interessant voor Don, het is niet meer helemaal duidelijk of Vincentius hem mee vroeg om mee te gaan op het volgende avontuur of dat Don dit zelf had besloten.
Desalniettemin nam hij het aanbod aan en reist sindsdien mee met Vincentius en zijn medereizigers, op zoek naar alle opwinding die hij kan vinden, en het verzamelen van verhalen om te vertellen in de tavernes voor de komende jaren.
Don is een charismatisch persoon. Hij kan grappig en charmant zijn wanneer hij dat wil, en hij heeft een manier om met mensen om te gaan waardoor hij gemakkelijk de informatie krijgt die hij nodig heeft. Hij is ook notoir oneerlijk en maakt soms gebruik van vriendschappen en vertrouwen. Alles om het mooiste verhaal rond te kunnen spreiden in de tavernes.
Don is een charmant uitziende man. Hij is van gemiddelde lengte en gewicht en heeft bruin haar en azuurblauwe ogen. Hij draagt wat comfortabel is als hij op reis is.
Als hij in de stad is, kleedt hij zich altijd in zijn mooiste outfit waarbij zijn hoed de eyecatcher is. Hij heeft een mandoline die hij overal met zich meedraagt en die hij zelfs bespeelt als hij in het nauw zit. Soms ziet hij er wat onverzorgd uit als hij overhaast uit de taverne komt, hoe dit komt is niet altijd duidelijk…
Terwijl ik rustig een potje zit te kaarten met wat avonturiers in The Adventurers Inn komt Goede Fraegh aan de tafel staan. “Hey Goede tof dat je er bent doe een potje mee”. Ik deel hem in, na wat moeite doet die dan ook een potje mee. Al snel heb ik het potje gewonnen, wat natuurlijk niet kan liggen aan de kaarten die ik heb meegenomen. Goede nodigt me uit aan een andere tafel voor wat hij zegt een mooi klusje.
Na de winst in mijn buidel gestoken te hebben zoek ik naar de tafel waar goede zit. Deze stelt mij vervolgens voor aan Twinkle, Oswald en Nanthéil. Twinkle vertelt vervolgens over de opdracht. Er moet blijkbaar een kar begeleidt worden naar een of andere bijzondere markt in Bergvoetsmonding waarbij er veel gevaren op de loer liggen op weg daar naar toe. Om ons te helpen heeft Twinkle een soort van huurlingen mee gekregen die de kar bewaken. Het gaat hier om 8 wachters die luisteren naar de donkere stem van hun kapitein. Na een korte introductie besluit ik om mij hierbij aan te sluiten. Dit klinkt als een avontuur met veel nieuwe nog te bezingen liederen. Voor we echt op pad gaan halen we eerst Vincentius nog op. Deze avonturiers schijnen hem ook te kennen.
Na wat rustdagen en twee dagen rijden komen we aan bij de soort van vesting van Olydia, het huis van Vincentius. Deze staat wonderbaarlijk zelf bij de poort. Goedewas al vooruit gereden en staat met hem te praten. Rustig spelend op de mandoline nader ik de poort en praat even bij met Vincentius. Deze geeft me alleen wel aan dat de vader van Isabel (dochter van de plaatselijke smid) mij nog over iets wil spreken. Ik doe maar net alsof ik dit niet hoor en dat dat nog wel komt. Eerst nodig ik Vincentius nog uit tot een portje kaarten maar die heeft er nu nog even geen zin in. Rustig doorspelend op de mandoline lopen we de vesting in en vraagt Vincentius mij om wat rustiger te spelen. Dus natuurlijk doe ik dat.
We stallen de rijdieren en gaan vervolgens naar de eetzaal. Twinkle vertelt vervolgens wat de bedoeling is en Vincentius klinkt dit als muziek in de oren mede doordat deze nog nooit gevochten te hebben met elven. Helaas vraagt Nanthéil nog waarom je dat ook zou willen… 6 uur later is Vincentius eindelijk klaar met zijn betoog.
Na een rustige nachtrust, het leek me niet heel verstandig om hier toch nog de kroeg in te duiken, worden we tijdens deze regenachtige ochtend overgezet met de boot naar de andere kant van het kanaal. Scheelt toch wel weer een week reizen. We gooien nog een huif over de verzwaarde kar en gaan vervolgens op pad.
Na drie dagen rijden komen we eind van de middag aan bij de gretige waard. Wanneer we naar binnen lopen ga ik op zoek naar de kaarttafel om eens te kijken wat voor informatie deze karavaanleiders kwijt willen. Vincentius heeft wat drank geregeld voor de tafel, dat moet vast helpen om de tongen wat losser te krijgen. De weg door het woud noord oostelijk is niet bepaald veilig er zit namelijk een niet al te frisse roversbende in het bos.
Wanneer ik 's ochtends wakker word denk ik dat het verstandig is om met lichtelijk gehaaste spoed “De Gretige Waard” te verlaten. Voorzichtig duw ik twee vrouwen van mij, tegen de waard zullen wij niks zeggen, en til ik mijzelf uit de hooiberg. Ik laat bij elk een roos achter en verplaatst mij snel doch stilletjes naar buiten. Het ontbijt heb ik gemist, want na afgelopen nacht was wat extra slaap wel nodig… Buiten merk ik op dat het nog steeds hevig regent en als snel vervoeg ik mij bij de groep, na het betalen van de waard, met het verzoek of wij hier vandaan kunnen. Wanneer we de poort uitrijden vertel ik de groep over de roversbende welke verscholen zit in het bos maar dat het niet mogelijk zal zijn om om het bos heen te reizen. Wij zullen dan niet meer op tijd zijn voor de markt. Vincentius hoort het verhaal maar half en reageert op het feit dat ik me dan maar beter had moeten kleden. Ik snap niet helemaal waar dit vandaan komt, maar ik heb de groep gewaarschuwd dus nu kunnen ze niet meer zeggen waarom heb je ons dit vertelt. Al heb ik het idee dat het hun niet tegen zal houden…
Na de dag door het bos gereisd te hebben slaan we ons kamp op langs de rand van de weg. Hierbij houden Nanthéil en Twinkle de wacht. Voordat ik mijzelf in slaap zal gaan zingen met 1 van mijn liederen ben ik toch eens benieuwd hoe dat zit met de wachters welke mee zijn voor de verzwaarde koets. Ik fluister rustig tegen twee van mijn muntjes, waarna ik 1 muntje achterlaat bij Kapitein Draadnagel. Wellicht dat deze wat meer informatie heeft dan wat Twinkle in eerste instantie los liet of misschien zelfs informatie waar zij niks van af weet. Kapitein Draadnagel blijkt helaas een man te zijn van weinig woorden waarbij de woorden die hij spreekt vooral gaan over de kwaliteit van de regen en de taken die zijn mannen al dan wel niet uitvoeren. Na dit een tijd aangehoord te hebben besluit ik mij om te draaien en lekker wat uurtjes slaap te gaan pakken.
De volgende ochtend worden we wakker en heel verrassend, het regent… Je zou toch verwachten dat nu we in de donkere maand zitten dat de regen wel minder zou worden, niks is alleen minder waar. We vervolgen onze reis waarbij Twinkle voor ons uit gaat om de boel te verkennen. Ik praat wat bij met Vincentius die lichtelijk glimlacht op het moment dat ik mijn mandoline erbij pak voor een rustig deuntje. Ik wist wel dat hij mijn muziek waardeerde, het is soms lastig aan hem te zien maar ik weet natuurlijk beter. Af en toe worden mijn liederen bekrachtigd door het gezang van de botsuil welke weer eens tegen een boom aan knalt, toch weten ze dit elke keer feilloos te timen waardoor het klinkt alsof ik ook de trommel mee heb genomen voor een stevige bas.
Na de lunch wisselen Nanthéil en Twinkle de rol van verkenner om en trekken we weer verder. Na een poosje gereden te hebben zien we dat de weg versperd is door een boomstam. Oswald besluit dat hij dit in zijn eentje wel even op zal knappen. Is dit dan het moment dat ik een prachtige balade over deze toch vervreemde inwoner van Helmut zou kunnen gaan schrijven? Je ziet hem al zijn kracht verzamelen, aderen en spieren die als staalkabels over zijn armen liggen, waarbij er nog geen spatje zweet op zijn voorhoofd verschijnt. Na een diepe ademhaling begint hij krachtig te liften. Maar op het moment van tillen hoor ik een gekraak en dat is zeker niet de rug van Oswald omdat de boomstam toch te zwaar blijkt te zijn. In een oogwenk komen er in 1 keer van beide kanten een boomstam door de lucht gesuisd waarbij ik nog net op tijd kan springen. Echter waren vier wachters van Kapitein Draadnagel niet snel genoeg en zie ik hun hoofden uit elkaar spatten als twee watermeloenen. Na om me heen te hebben gekeken en te hebben gezien dat ons gezelschap verder compleet is kijk ik weer naar voren.
Voor ons op de weg staat opeens een Ogre welke niet zo vrolijk kijkt. De Ogre heeft voor ons een voorstel waarbij wij veilig onze weg zouden kunnen vervolgen. Het voorstel luidt dat wij alles wat wij bij ons hebben afleggen als wij hier levend weg willen komen. Vincentius vraagt of dit te bespreken is in de groep en ik stem hiermee in. Echter ben ik toch ook wel benieuwd of de Ogre open staat voor een ander voorstel. Ik stap op hem af en vraag of we deze situatie ook op een andere manier zouden kunnen aanpakken. Hierbij geeft deze aan dat het mogelijk is maar alleen doormiddel van een Titanengevecht. Wanneer ik dit voorstel door wil geven aan de groep en mij omdraai zie ik opeens Goede en Twinkle verdwijnen als sneeuw voor de zon. Wat is dit nou?! Nu ik er trouwens over nadenk heb ik Nanthéil ook al een hele tijd niet meer gezien…
Stelletje watjes! Ik gooi het nieuwe voorstel dan maar in de groep welke nog overgebleven is waarbij Oswald aangeeft wel in te zijn voor een goed gevecht, zo erg kan die Titaan van hun niet zijn. Nog voordat wij in kunnen gaan op dit voorstel schreeuwt de Ogre in een keer: “VUIL SPEL!”. Ik kijk op en zie Twinkle haar zwaard nog net uit de Ogre trekken voor zij weer verdwijnt in het niets. Als snel roept de Ogre zijn Titaan erbij wat een gigantische construct blijkt te zijn. Dit wordt mij te veel ik ben geen kanonnenvoer! Soms moet je voor jezelf kiezen en dit geval is de veiligste plek onder de kar!
Na een deuntje gespeeld te hebben en wat voelt als een eeuwigheid steek ik mijn hoofd toch weer eens rustig onder de kar vandaan, wat een helden in dit gezelschap en wat een rust weer in het bos! Het is Oswald klaarblijkelijk gelukt om de Ogre en de construct een kopje kleiner te maken! Deze man heeft meer in zijn mars dan op het eerste oog lijkt. Die moet ik beter in de gaten houden want met dit soort heldenverhalen kan ik nog wel een extra centje verdienen.
We zijn al weer enige tijd onderweg. Twinkle en Nanthéil houden de wegen goed in de gaten om te kijken of er niks vreemds gebeurd. Onze heldendaden zijn natuurlijk al vooruitgesneld door de prachtige teksten die ik erover aan het schrijven ben, want het blijft erg rustig. 's Avonds laat ik het de anderen horen wat ik bedacht heb, ze blijven heerlijk rustig om het kampvuur zitten dus deze liederen zitten wel goed!
Na een aantal dagen komen we aan bij een wat lijkt op een klein berghutje. Wie weet kunnen we hier dan toch wel binnen overnachten of is er eindelijk weer wat vrouwelijk schoon te bewonderen. Begrijp me niet verkeerd de dames in dit gezelschap zijn zeker niet lelijk maar een gedistingeerd man als mijzelf heeft ook behoefte aan wat anders om te bewonderen van tijd tot tijd. Voor dit hutje zit een oude vrouw, wat schimmig. Zeker niet het vrouwelijke schoon wat ik in gedachten had… Gelukkig mogen we wel bij haar overnachten en blijkbaar is ze een kaasmaker. Anderen zijn zelfs zo onder de indruk van de kaas dat zij nog wat extra inslaan de volgende dag voor we weer op reis gaan.
We merken vandaag dat er toch een verandering plaats vindt. Van het bos en de vlakke graslanden komen we aan bij heuse bergen! Het is een smal pad waar we overheen lopen de ene rots steekt verder uit de grond dan de ander maar dat weerhoudt mij natuurlijk niet. Deze moeilijk begaanbare weg is voor mij geen uitdaging. Iets wat natuurlijk een constante blijft is de regen… Regen, regen en nogmaals regen. Je zou er bijna aan gaan wennen. Na bijna de gehele dag weer gereisd te hebben zie ik opeens iets in de verte… Het lijkt wel een soort licht maar een fakkel kan toch helemaal niet met deze regen? Zou het dan een lantaarn zijn? Nee daar is het licht te groenig voor, of zal dat dan toch komen door de vele regen? Dit lijkt iets bijzonders en iets wat ik beter uit handen kan geven.
Ik laat Twinkle en Nanthéil hun gang gaan en die gaan met gepaste snelheid naar voren. Ik zie het lichtje wat dansen door de regendruppels heen. Na een kleine tijd horen Vincentius en ik een harde schreeuw. Dit moet beter onderzocht worden en wij snellen naar voren. Eenmaal aangekomen zien we een soort van geit met wat lijkt een lantaarn om zijn nek. Dus toch een lantaarn, ik wist het wel. De rest twijfelde aan mij maar ja dan zie je maar weer waar de kennis zit. Met alle noten in mijn arsenaal probeer ik de geit tot bedaren te krijgen maar niks lijkt te helpen. Ik weet niet wat Nanthéil precies gedaan heeft maar die geit die laat ons links liggen en blijft maar op haar afgaan. Dit kan zo niet langer!! Vincentius en ik doen er nog een schepje bij bovenop! Met een grote explosie weet Vincentius de geit tot de grond te krijgen en vernietigd de bijzondere lantaarn. Toch wel jammer, was misschien een mooi aandenken geweest of handig geweest om in te zetten met een potje kaarten… Lichtelijk op adem komend kijk ik om mij heen en zie ik opeens Twinkle over een lichaam hangen terwijl de tranen over haar wangen glijden. Ik loop rustig naar haar toe waarna ik tot mijn schrik een levenloze Nanthéil zie liggen…. De wereld is een stukje duisterder geworden met het verlies van deze schone dame!
We staan nog ons respect te betuigen aan deze schone dame waarna ik in een keer achter mij een gigantische klap hoor. Ik zie een gigantisch zwaard op de plek in de grond staan waar eerst de kop van de geit lag. Het zwaard wordt gehanteerd door een kleine dame die snel achter de rollende kop van de geit rent. Het blijkt dat zij hiernaar op zoek was. Allemaal leuk en aardig dame maar wie ben jij eigenlijk? Zij stelt zich voor als Phillippa.
Na weer een aantal dagen reizen waarbij wij met weemoed terugdenken aan Nanthéil komen wij dan eindelijk aan in Bergvoetsmonding. Phillippa heeft besloten om zich voor nu even bij ons aan te sluiten. Tot nog toe weet ik niet helemaal wat ik van haar moet denken. Mijn eerste gedachte is vooral zwaard waar ga je met deze dame naartoe, aan de andere kant misschien is dit ook wel een dame die van een kaartje leggen houdt. We besluiten om naar de Inn te gaan en ons hier eens eerst even op te gaan frissen.
De volgende ochtend is eenieder er al vandoor als ik uit mijn bedje kom na een heerlijke nachtrust! Tot mijn verbazing is de kroeg erg leeg en moet ik ook nog eens mijn eigen ontbijt maken… Hier moet verandering in komen! Ik zal deze kroeg wel eens even naar haar volle glorie helpen. Een hoekje voor kaartspellen en dobbelspellen. Een prachtige gelagkamer en een bar die nooit leeg raakt. En wij zullen deze omtoveren tot Don's Kabberdoes! Na enige tijd zie ik het gezelschap binnen komen met een wat slap uitziend figuur. Twinkle vraagt naar bier en wijn, welke ik ze geef nadat ik ze natuurlijk wel even heb verzocht om mijn tafel heel te houden. Ze smeten dat figuur namelijk wel erg hard op de tafel, die lijkt wel dood.
Goede doet een of ander trucje op de spullen die ze mee hebben genomen. Waar dit vandaan is gekomen geen idee… De dag is voorspoedig verlopen, ik heb er een kroeg bij “gekregen” en heb de andere gasten eens wat beter leren kennen. Ze zijn nog wat angstig maar staan er ook wel voor open om dit niet over zich heen te laten gaan.
Uit het niets begint er een 1 keer een gezang en zie ik Twinkle en wat van de andere gasten opstaan en naar buiten lopen. Ze lijken wel gehersenspoeld. Oswald schiet achter Twinkle aan en weet haar vast te pakken voor ze verder loopt. Terwijl ik een touw pak en ook naar buiten ren komt er een wazig figuur op mij af die met schubben bedekt is en mij raakt met een roestige rapier. Vincentius schiet in een keer langs mij heen waarna die ietwat verbaast verder rent naar Oswald en Twinkle om 1 van de figuren bij Oswald tot pulp te slaan.
Vervolgens voel ik nog een steek en wordt het snel zwart waarna ik mijn hand voel branden en mijn ring nog zie gloeien. Na nog een deuntje gespeeld te hebben waar helaas niemand op reageert wissel ik mijn luit om voor mijn dolk en laat ik zien wie ik ben. De lafaard tegenover mij is uiteraard onder de indruk van mijn aanzicht en kijkt wat versuft. Dit geeft Oswald en Phillippa genoeg tijd om erop in te steken en de lafaard stort neer.
Nadat we ons even snel opfrissen in mijn Inn hoor ik gerommel in de keuken en ik zie de achterdeur open staan. De rest ziet het ook en we snellen naar de keuken. Daar zien we Pjotr (de oude waard). Ik roep nog wat moet dat in mijn Inn! Pjotr draait zich om en van schrik laat wat uit zijn handen vallen. Na Pjotr tot zien knieën te hebben gedwongen ga ik hem eens aan de tand voelen. Hij zegt gevlucht te zijn voor het gezang. Na hem lichtelijk beloftes te doen van pijn geeft hij aan dat ze een ritueel aan het voorbereiden zijn welke elke 10 jaar gebeurt om de bewoners te beschermen. Tijd om eens even een betere blik werpen op de kerk in dit dorp… Misschien is dit toch niet het dorp waar Don's Kabberdoes helemaal toch zijn recht gaat komen.
Nog voor we richting de kerk kunnen zwaait de deur van de Inn open en komen er een stel vismensen naar binnen, nooit verkeerd om extra klandizie te hebben maar om nou op zo'n brute wijze de deur open te gooien is toch ook wat… Alvorens ik ze kan begroeten en wat te drinken kan aanbieden zie ik ze dreigend op ons af komen. Geen nood denk ik nog, Goede en Twinkle houden ze wel tegen! Maar na één keer knipperen met mijn ogen zijn ze allebei verdwenen. Lafaards! Ik ben dan wel gehecht aan mijn kroeg maar om er voor te sterven vind ik ook weer wat te ver gaan, ik ga snel de keuken in om daar via het deurraampje eens te kijken wat er in de gelagkamer zich af gaat spelen. Phillippa die heeft het een en ander gehoord en sprint langs mij heen de gelagkamer in. Vervolgens zie ik Goede en Twinkle ook weer. Misschien toch niet zulke lafaards als dat ik dacht… Na een deuntje gespeeld te hebben blijven twee van de vijf vismensen in complete extase van mijn muziek, hoe kan dit ook anders. Mijn muziek werkt nou eenmaal betoverend. Het wordt in één keer warmer in de Inn. Plots zie ik een gigantische vuurbal van boven komen. NEE!!! Niet mijn Inn, ik had hem net helemaal opgeknapt! Na het verslaan van de vismensen kijk ik nog of ik de Inn kan redden maar het interieur is al helemaal zwart geblakerd en helaas niet meer te redden.
Dit is toch niet het dorp waar Don's Karreboes tot zijn recht komt. Het gezelschap is te druk met zaken die zich afspelen in het raadshuis. Ik besluit om mijn bulletje maar eens bij elkaar te pakken en op zoek te gaan naar een gezelschap wat niet zomaar elke keer verdwijnt als het een beetje spannend is of een plek waar Don's Karreboes wel tot zijn recht komt. Misschien zelf wel uit te breiden naar Don's Karreboes en Speelpaleis! Kijken over welke avonturen of helden ik mijn volgende liederen kan schrijven….