[Dwergs: Gründl, Elfs: Dvavariath Illúmiath, Arb.: ارتفاع الأرض]
[verw. 'Hoog grond', 'hoge grond']
Het dwergenrijk is een erg groot gebied gelegen in het noordwesten van Hybor, ten noorden van het Ruggegraat Gebergte en Eliat, en westelijk van de Grote Vhar Woestijn.
Grundle is een heel oud keizerrijk. De eerste vermelding van bewoning van dit gebied loopt terug tot de Oorlog der Goden, tijdens de Eerste Era. Toen hield het gedrongen ras, bekend als Danar of Dagnar, zich nog bezig met jagen van waterzoogdieren, oogsten van wieren en waterplanten en visserij. Grundle was een inmense zoetwater binnenzee omsloten door hoge bergen met vruchtbare dalen.
De voorlopers van de dwergen waren verdeeld in kleine familie groepen, die zich op de kleine eilanden in de binnenzee huisvesten in dorpen.
De Danar waren stricte volgers van Karnuk de neutrale God van de Oude Religie. Toen de Nerdath van Quen Sha ra’El, Vhomith in dit gebied verscheen kon hij hun niet voor zijn zaak strikken, pas toen hij een aantal heldendaden uitvoerde bij een paar van deze families (hen behoeden voor rampen die hij zelf in werking had gezet, redden voor overstromingen e.d.) kon hij tot hen doordringen. De Danar die zijn kant kozen werden vanaf die tijd Zhavàta, of Duistere Danar genoemd, naar het gebied waar deze dwergen voorheen woonden. Vhomith leerde hen ook magie en een intolerantie voor het vreemde, ook voor hun eigen rasgenoten die in niets van hen verschilde, maar gewoon van mening verschilde. Vhomith vormde hen in een volk van nietsontziende strijders, die hij zelf aanvoerde. Hij trok met zijn leger op naar de Spine om daarvan uit de nietsvermoedende Goblyn en Fey aan te vallen.
Grundle is een warm, droog en stoffig gebied. Voor het grootste gedeelte ziet het eruit als een grote krater in een woestijn. Ten tijde van de Laatste Oorlog der Magiërs was het een enorm meer (te grote van een binnenzee) met heel veel vruchtbare eilanden waar het merendeel van de dwergensteden en vestingen zich bevond. In de Eerste Era was het een binnenzee met verbinding met de noordelijke wateren. Tegenwoordig bevinden de belangrijkste punten zich in de wand van de krater die het hele land omzoomd.
Het Keizerrijk Grundle is een land dat zich laat leiden door de drie-koppige keizer, De Keizerstroon die wordt bezet door de drie personen die de bestuurlijke objecten in hun bezit hebben. Elke keer als één van de hoofden van bestuur overlijd worden de drie objecten naar een geheime, heilige positie gebracht. Daarna mag elke dwergen clan aanspraak maken op de troon en drie vertegenwoordigers op weg sturen. Deze moeten een gevaarlijke missie voltooïen, waarbij aanspraak wordt gemaakt op hun gezamelijke kracht, inzicht en intelligentie. Waarna ze de Heilige objecten terug brengen naar hun stad (of regio (hoofd)stad in het geval van eenzame bewoning of kleine dorpen). Dit wordt dan de hoofdstad van Grundle, zolang de drie-eenheid blijft bestaan. Op dit moment is de hoofdstad van Grundle Haak.
De staatshoofden varen nu een seclaire weg en laten mensen en andere 'vriendelijke' rassen slechts mondjesmaat toe.
Zij hebben niets op met de oost -en zuiderburen. De landen van Eliat en Vhar en de grenzen worden dan ook zwaar bewaakt om inmenging en smokkel tegen te gaan.
Het liefst zouden de huidige Keizers zich helemaal isoleren, maar het land Grundle heeft alleen enorme overschotten aan mineralen en ertsen. Aan voeding produceerd Grundle erg weinig door de dorre omstandigheden na het eindigen van de Laatste Oorlog der Magiërs. Er is dus een, heel erg staats-gereguleerde, handel tussen ertsen en voedsel met de buurlanden.
Er wordt gefluisterd dat de huide bestuurders 'duistere' dwergen zijn die de drie bestuurssymbolen in handen hebben gekregen na het mislukken van een dwergen missie vanuit Al'Kazunde, enkele tientallen jaren geleden.