Great Goddess, Mother of All Drow, Weaver of Webs, I give to you the blood of my enemies to drink. I give to you their living hearts to eat. I give you the screams of their youngs for song. I give to you the helplessness of their males for your satisfaction. I give you the wealth of their houses for you to sleep upon. By this sacrifice I honor you, Queen of Spiders. It is because of you I find great pleasure in destroying my foes. Sacrificial prayer to Lolth
Khaless Jhalavar is de “Chaotic Evil” Priestess of Lolth uit de party into the Dark. enz enz. Gelieerd aan het Huis Vlos Lodtynur. Huis Vlos Lodtynur ligt in de vesting genaamd I’Venorik Tonashss. De Party wordt geleid door Jasper. Khaless reist samen met Viconia Alaun'Kacha (Bertil), Nymmed, (Chiquita), Zesstra Hyluan (Bjorn) en Null'dia Jhalavar (Simon).
Natha talthalra xuil Ilharess ilhar …
5 op een rij voor de zetel van Matron Mother … 4 op de knietjes en ik, ik kijk eens rond. Matron Mother heeft niet haar 'council' bij elkaar geroepen om advies aangaande lopende zaken of problemen. Nee, deze 4 ken ik maar die zijn geen onderdeel van de 'council'. Het zijn Null'dia mijn ambitieuze zus, Zesstra Hyluan een assassin van een redelijk kaliber, Vicconia Alaun'Kacha een vrouw die haar devotie en ambities in onheilige magie heeft gelegd en Nymmed een vrouwelijke vechter. Dus wat ik tussen deze 4 leden van ons huis moet is mij nog niet geheel duidelijk. Ik zal het zo wel horen.
Dan, na een minuut of twee, komt Faeryl, de dochter van Matron Mother binnen en ik richt mijn ogen iets richting het blinkende zwarte marmer van de vloer. Langzaam ga ik door een knie en wacht op wat gaat volgen. En Faeryl spreekt .. ik luister .. ik luister .. ik .. oh nee hè!! Matron Mother wil dat ik deze groep ga leiden om het gestolen artifact te retourneren. Een aantal dagen geleden is uit ons huis een 'egg of Lolth' gestolen door het vijfde huis. Op de dag van de diefstal heeft Matron Mother de 'council' hierover geïnformeerd had ik toen maar gezegd dat ik druk was … Het is mij helder! Faeryl vraagt of de orders van Matron Mother duidelijk zijn en ik gebaar dat ik geen vragen heb. Met een handgebaar gebiedt ze ons te vertrekken.
Ik richt mij op en, respectvol als ik ben naar een iets hogergeplaatste in het bijzijn van lager geplaatsten, loop ik twee passen achterwaarts, mijn ogen half naar de vloer half naar de 4 op de knietjes, richting de deur. Dan draai ik mij om en loop met grote passen richting de dubbele deur. Ik pak de beide klinken en zwaai de deuren open en ga erdoor naar buiten de gang op. Achter mij sluiten de deuren weer. De twee wachters bij de deur houden hun blik keurig gericht richting de vloer. Ik richt mijn hoofd op en haal eens heel diep adem en vervolg mijn pad door de gang in de richting mijn vertrekken. Achter mij gaan de deuren weer open en sluiten zich weer. Als ik net de hoek om ga, zie ik een mannelijke 'wanre'*1. Verschrikt werpt hij zijn blik richting de vloer. Precies ..
Ik deel de wanre mee dat ik verwacht van het viertal voor de deur van de 'Grand Hall' dat zij zich over een half uur melden in de 'algemene gelagkamer'. '.. Bepakt en bezakt' voeg ik eraan toe. Met grote passen vervolg ik mijn pad richting mijn vertrekken. Ik ben geïrriteerd .. -een 'Egg of Lolth' terughalen uit Huis Olath Orbb .. Waarom ik? Er zijn toch wel lagergeplaatsten die dat kunnen doen! Waarom mijn tijd hiermee verdoen? Ik ben toch van veel grotere waarde voor dit huis? Het zal me niet verbazen dat Faeryl hier achter zit. 'Nindel waelen dalhar … velkresa rathrea ilta ilhar .. naut khurzon ulu kult nindol qu'ellar wun ulin draevalen. Jhal whol nin, xun izil dos phuul quarthen, lueth dro'-.
In mijn vertrekken aangekomen roep ik een bediende. Binnen een tiental seconden wordt er geklopt op de deur van mijn vertrekken. 'Binnen' zeg ik en een vrouwelijke bediende komt schoorvoetend mijn vertrekken binnen. Ik geef haar de opdracht mij een wijntje in te schenken en mij mijn laarzen uit te trekken. Ik plof in mijn stoel. 'Schiet op' zeg ik, 'ik heb niet het eeuwig leven, wanre! En weet dat mijn leven wél waardevol is' meld ik haar als ze mij mijn wijn geeft, haar ogen naar de grond. Ik tap met mijn tenen op de grond als gebaar dat ze mijn laarzen niet moet vergeten. Snel knielt ze voor me om mij mijn eerste laars uit te trekken. Ze was het blijkbaar vergeten … ik grijp haar bij haar haar en trek haar hoofd met een ferme ruk achterover zodat ik haar aankijk. 'Jij snapt het niet hè, wanre'? Zij kijkt mij met doodsangst aan. Een ferme tik met mijn vlakke hand in haar gezicht doet haar beseffen dat ze haar ogen moet sluiten. -Bericht ontvangen wanre?- 'Mijn opdracht was niet moeilijk. Wijn en laarzen ..' en langzaam, terwijl ik haar aanspreek, draai ik haar haar strakker om mijn hand. Haar gezicht begint langzaam te vertrekken en het mengsel van angst en pijn, dat op haar gezicht te lezen valt, stemt mij goed. Ik plant mijn voet tegen haar schouder en druk haar van mij weg als ik haar haar loslaat. 'Mijn leven is wél waardevol, wanre! Onthoud dat voor de rest van je nietige leven. En nu weg, .. verdwijn uit mijn vertrekken'. Achteruitschuivend op handen en knieën verlaat ze mijn vertrekken.
Ik sta op en ga voor de spiegel staan. Fatsoeneer mijn kleding en haal een pluk wit haar weg van mijn hand. Blijkbaar is er een pluk haar van de wanre achter mijn ringen blijven haken. Ik roep haar terug en als ze voor de tweede keer in de deuropening staat, wijs ik naar de grond. 'Opruimen, .. jouw rotzooi'. Snel komt ze binnen en grist de pluk haar van de grond. Ze richt zich op en blijft staan. Haar ogen naar de grond wachtend tot ik haar een opdracht geef. 'Jij leert snel' zeg ik. Zij zwijgt. Ik ga eens kijken hoe ver ik met deze wanre kan gaan. 'Pak mijn dolk, wanre' zeg ik, als ik langzaam richting de tafel loop waar mijn wijn staat, 'daar op het rek'. Ik draai bewust mijn rug naar haar toe. -Eens zien wat ze durft of niet durft- denk ik. Ik hoor haar voetstappen richting mijn wapenrek gaan. Ik hoor dat ze het wapen pakt en dat ze terugloopt naar mij. Op een meter achter mij houdt ze halt. Ik draai me om. 'Heel goed, wanre .. en nu mijn scourge' zeg ik als ik mijn dolk van haar aanneem en aan mijn gordel gesp. Wat zou ik graag haar blik willen zien. Ze staat als aan de vloer genageld.
Ik breng mijn gezicht vlak naast haar oor. 'Mijn scourge ..' fluister ik. Schoorvoetend loopt ze wederom naar mijn wapenrek. Als ze reikt naar mijn scourge beginnen de vijf koppen te sissen. Ik zie dat ze trillend haar hand naar de scourge blijft bewegen. -Ja, toe maar wanre .. laat zien dat je het lef hebt. Dat zou je deels sieren- denk ik. Dan schiet één van de koppen voorwaards en raakt haar hand. Met een kreet van helse pijn stort ze op de grond, haar hand bedekkend die zojuist gebeten is. Ik loop naar mijn wapenrek, pak mijn scourge en grijp de wanre bij haar arm en trek haar omhoog. En wederom breng ik mijn gezicht bij haar oor 'mijn leven is wél waardevol' fluister ik, 'zie je dat, wanre'? en ik toon haar MIJN scourge. 'DEZE scourge is HET symbool van MIJN macht, MIJN status. Want ik, IK ben een priesteres van Lolth, en alles hebben wij aan Haar te danken. Lloth tlu malla, jal ultrinnan zhah xundus …'. 'Lloth tlu malla' stamelt de warne. '… goed zo! Onthoud dat warne … en nu mag je gaan' fluister ik. Amper in staat om te lopen door de helse pijnen die haar inferieure lichaam tergen verlaat ze mijn vertrekken. Ik voel me een stuk beter nu. Ik hang mijn scourge aan mijn gordel en vertrek naar de gelagkamer.
Als ik de algemene gelagkamer binnen loop zie ik het viertal al aan een tafel zitten. Er staat al drank voor hun neus en ik geeft de warne een teken dat ik een kan met wijn wil. Al snel word ik voorzien van wijn en de groepsleden geven aan elkaar aan wat ze allemaal kunnen en wat ze van elkaar mogen verwachten. Ik zeg dat ik totaal geen idee heb waarom ik hier ben. En wat zij van mij mogen 'verwachten' is sowieso geen onderwerp van gesprek. Ik regel bij de warne die hier rondloopt om een achterkamer voor ons te prepareren zodat we daar vrijer kunnen spreken over onze opdracht. Na enkele minuten komt de warne terug en meldt dat de achterkamer gereed is en of wij willen volgen. Alsdus geschiede. Nadat er ook een hapje en een drankje geregeld is, vervolgen wij ons gesprek.
Na een korte mededeling van mijn kant (het herhalen van wat Matron Mother van ons verwacht) zeg ik tegen de groep dat ik verwacht dat iedereen maar eens op zoek gaat naar informatie over Huis Olath Orbb. Wat kunnen we verwachten aan aantallen fighters, magisters en assassins? En wat is de status van hun priesteressen en clerics? Dat laatste ga ik uitzoeken. Null'Dia, Zesstra en Nymmed besluiten als drietal te vertrekken, op zoek naar info. Vicconia gaat informeren bij de 'Sorcere'*2 en ik ga naar 'Arach-Tinilith'*3. Vicconia en ik lopen gezamenlijk naar Tier Breche, een separate grot grenzend aan de stad.
Tier Breche is, zoals ik al aangaf, een grot grenzend aan onze stad. Eigenlijk is het een groot plein met daaraan alle scholen. Arach-Tirilith, Sorcere en Melee-Magthere*4. Als we Tier-Brech oplopen, loop ik rechtdoor in de richting van Arach-Tirilith. Een gebouw waardig aan onze Godin Lolth. Statig en prominent aanwezig in deze grot. Zoals dat hoort natuurlijk .. L'elamshin d'lil ilythiiri zhah ulu har'luth jal. Lloth tlu malla!! De deuren van de Kathedraal staan open en als ik binnenga, leg ik mijn hand op de Spin op een zuil, sluit mijn ogen en spreek de woorden 'Ulu z'hin maglust dal Qu'ellar lueth Valsharess zhah ulu z'hin wund lil phalar. Quarval-Sharess balbau uns'aa lil belbol del elendar dro'. Dan loop ik door ..
Het is rustig in de Kathedraal. Her en der lopen enkele priesteressen van een hogere status dan ik. Ik zie hier twee priesteressen lopen van het 3e Huis, Huis Boc'Tohr. Die moeten we maar even mijden. Ik zoek een priesteres die niet aan een huis is gelieerd. En deze vind ik in mijn 'studiegenoot' Shrivyll. Een priesteres van dezelfde status als ik.
Ik spreek Shrivyll aan en vraag haar om een stukje met mij op te lopen richting een zijbeuk. Shrivyll stemt in en ik laat haar plaats nemen in één van de banken halverwege de zijbeuk. Ik blijf staan en leun wat tegen de rugleuningen, om zo iets boven haar uit te torenen. Daarmee tevens de uitgang van de zijbeuk blokkerend met mijn lichaam. Ik verzoek haar om een spoed audiëntie met één der hogergeplaatsten te regelen die mij kan voorzien van informatie omtrent de hoeveelheid priesteressen en clerics in het 5e Huis en hun status. Shrivyll kijkt mij begrijpend aan en verzoekt mij alhier te wachten. Ik maak ruimte om haar te laten vertrekken. Ik wacht even en probeer in de gaten te houden wie er hier zoal loopt, wat zij zoal doen en of er nog contact wordt gemaakt tussen deze of gene. Dan zie ik Shrivyll weer aankomen lopen en ik loop haar twee passen tegemoet.
Shrivyll vertelt mij dat een audiëntie nu niet mogelijk is maar dat ze wel informatie heeft waar ik waarschijnlijk wel wat mee kan. Samen lopen wij langs de zijbeuken als ze vertelt dat de informatie die ik zoek misschien wel dichterbij huis is dan ik denk. Én .. dat Drizzinil Fyllion (een priesteres van mijn status en 'studiegenoot', thans gelieerd aan het 5e Huis) niet echt tevreden is over haar positie en het 5e Huis in het algemeen. Dat noem ik nog eens interessant .. daar kan ik wel wat mee. Met een knikje en een 'Xal lil Quarval-Sharess balbau dos lil belbol del elendar dro ' laat ik dit gesprek met Shrivyll voor wat het is. Shrivyll knikt naar mij en geeft mij een 'Lloth kyorl dos'. Wij priesteressen weten wat gezegd moet worden op welk moment .. Als ik bijna buiten ben en als ik de zuil met de Spin wederom passeer, leg ik mijn hand weer op het beeld en spreek de woorden 'Ussta dro usstan ruebuss ulu dos, usstan uil natha klev del dosst xundus, Quarval-sharess'. Buiten op de trappen vanaf de Kathedraal naar het plein staat Vicconia al op mij te wachten.
Gezamenlijk lopen wij de trappen af het plein op. Voor wij goed en wel het plein hebben bereikt voegt Null'Dia zich bij ons. En met z'n drieën vervolgen wij onze weg terug naar ons Huis. Onderweg deel ik mijn twee begeleiders mede dat ik uiterst interessante informatie heb en dat wij, Huis Vlos Lodtynur, het 7e Huis, weldra, als wij het goed aanpakken, niet meer het 7e Huis zijn, maar het 6e Huis. Ik geef toe, dat ik nog wel even wat meer info moet hebben en dat ik nog wel een gesprekje of drie, vier te voeren heb maar … het ziet er best gunstig voor ons uit. We lopen de poort van ons huis door en verdwijnen door de deur naar binnen. Ieder haar weegs .. we zullen ons op een later tijdstip treffen in het achterkamertje van de algemene gelagkamer ..
Lu'oh ulu beldro uss xuileb natha jindurn …
Als Narbondel iets over de helft van haar dovende status is, treffen wij ons wederom in de achterkamer van de gelagkamer. Echter één iemand ontbreekt. Het is Zesstra. Van Null'Dia krijg ik te horen dat zij bij de poort geen doorgang kreeg van de wacht. Ik zucht even heel diep en verlaat de gelagkamer in de richting van de poort.
Aangekomen bij de poort zie ik op het plateau een vrouwelijke wachter staan met voor haar een wachtende Zesstra. Zesstra heeft het haarzelf iets comfortabeler gemaakt door te gaan zitten op een traptrede. De wachter kijkt netjes naar de uitgang. Als ik mezelf naast de wachter plaats en Zesstra vraag waar ze blijft, bevestigt zij mij het verhaal dat ik ook van Null'Dia te horen kreeg. Ik gebaar naar Zesstra dat ze naar binnen kan lopen. Ik maak de wachter duidelijk dat ik in het vervolg geen geintjes meer duldt .. aan dit soort infantiel gedrag wens ik mijn tijd niet te besteden.
Weer terug in de gelagkamer doet ieder haar verhaal. Hier delen wij de verworven info met elkaar. Zesstra overhandigd mij drie flesjes met een rode substantie en een scroll. Deze heeft zij van Angasté Bearne, de gevangengenomen drow fighter van Huis Olath Orbb. Ook meldt ze dat Null'Dia aantekeningen heeft gemaakt tijdens het verhoor waar Zesstra Angasté aan onderworpen heeft. Door verkregen informatie heeft Null'Dia een kaart/plattegrond kunnen maken van Huis Olath Orbb. Hierop zijn vallen en geheime doorgangen weergegeven. 'Altijd handig' bevestig ik.
Als ik aan Zesstra vraag waar Angasté nu is, zegt ze dat zij op een geheime plek is en geen spoor naar ons Huis leidt .. levend en wel. -Hmmmmmm, geen spoor dat naar ons Huis leidt … tenzij ze per ongeluk gevonden wordt en Angasté begint te praten ..- denk ik. 'Ik wil haar hier hebben, in de kerker' zeg ik. 'Ik wil meer informatie van Huis Olath Orbb en zij gaat mij die informatie geven. Haal haar en leg haar op 'het rek'. Ik moet eerst naar Marton Mother ..'. Zesstra staat op, knikt en verlaat de achterkamer op weg naar haar 'geheime plek'. Ook ik verlaat de achterkamer alleen dan richting de 'Grand Hall'.
Aangekomen bij de deuren van de 'Grand Hall' gebied ik een van de wachters mij te melden bij Matron Mother voor een persoonlijk onderhoudt met haar. De wacht knikt en één van hen verdwijnt door de muur om twee minuten later weer voor mij te verschijnen. 'Matron Mother wenst, met de informatie die u nu heeft, geen onderhoudt met u, Yathrin'. - … GEEN ONDERHOUDT MET MIJ OP BASIS VAN DE INFORMATIE DIE IK HEB? Alsof ik informatie met Matron Mother wil delen? Ik kom vragen of het haar goedkeuring kan wegdragen dat wij Huis 6 overnemen. Maar goed, .. dan ga ik er vanuit dat ze elke actie die ik doe goedkeurd-. Ik draai mij om en vertrek weer. Op naar de kerkers.
Ik open de deur van de kerkers en als ik langzaam de trap af naar beneden ga, zie ik een vrouw liggen op 'het rek'. het is duidelijk zichtbaar dat Zesstra zich uitgeleefd heeft op haar. Ik ga naast 'het rek' staan en kijk haar aan .. 'Angasté is het, niet waar?' vraag ik. Ze wendt haar hoofd van mij af. 'Heel goed ..' bevestig ik haar 'je toont zelfs in deze situatie nog je onderdanigheid. Bewonderingswaardig .. maar onhandig door niet te antwoorden. Ik krijg het wel uit je' meld ik haar terwijl ik mijn vinger langzaam, vanaf haar gezicht naar haar voeten, over haar lichaam laat glijden. 'Suldaim bauth nindel sokoya jindurn ..' zeg ik als ik aan de andere kant van 'het rek' vanaf haar voeten weer naar haar hoofd loop. Ik kijk met een schuin oog naar haar gezicht en hoop dat onze blikken elkaar kruizen.
Ik cast een zone of truth maar Angasté verzet haarzelf tot het uiterste. 'Natha gareth yorn .. dos xhandal uns'aa. Usstan saph nindel' zeg ik. Wederom cast ik een zone of truth en wederom verzet Angasté zich. Maar dit kost haar meer kracht dan mij. Zachtjes trek ik haar schouder richting mij waardoor de spanning op haar schoudergewricht dusdanig toeneemt dat deze langzaam uit de kom zal schieten. Onderwijl cast ik weer een zone of truth. De constante pijn aan haar schoudergewricht, die nu bijna op knappen staat, maakt dat ze deze keer de spreuk niet kan weerstaan. Ik laat haar schouder los. Angasté ademt zwaar.
Langzaam loop ik via de hoofdzijde van 'het rek' weer naar de andere kant van Angasté. 'Angasté is het. Toch?' vraag ik haar wederom. Ze knikt instemmend. Haar blik is ietwat verbaasd als zij merkt dat zij niets anders kan dan alleen de waarheid spreken. 'Heel goed .. Angasté. Luister, ik ga jou een paar vragen stellen en jij gaat mij antwoorden geven. Lijkt jou dat een goed idee?' vraag ik. Ze schudt nee. Ik grijns een beetje om het eerlijke antwoord wat ze mij zojuist gaf. Ik onderhoud me een aantal minuten met Angasté en ik krijg te horen dat Huis Olath Orbb 20 priesteressen heeft, 10 magiërs en 50 fighters. Over assassins heeft ze geen idee. Ik schat het op zo'n 20 (+/-5). Ik weet voldoende.
Ik besluit haar enkele cure critical wounds te geven. Angasté kijkt mij verbaasd aan en bespeur dat ze zelfs opgelucht is. 'Ik zorg altijd goed voor mijn gevangenen', zeg ik '.. maar ik ben ook iemand die haar woord niet breekt' voeg ik eraan toe als ik mij omdraai en een scalpel pak. Ik draai me weer naar Angasté en toon haar de scalpel. 'Suldaim bauth nindel sokoya jindurn ..' zeg ik haar. En haar geschreeuw, als ik langzaam de huid van haar gezicht afsnijdt, klinkt als muziek door de muren van ons Huis. Als ik klaar ben geef ik Angasté nog een cure light wounds zodat ze blijft leven waarna ze klaar is om de kerker ingegooid te worden.
Ik loop naar de trap en loop rustig de trap op, weg uit dit stinkende hol … Ik ben moe en ga slapen. Narbondel is bijna uit.
Fol m'elzaren ph'naut ulu tekh xuil …
Als ik de volgende ochtend na mijn badhuisbezoek en massage weer in het huis kom, loop ik gelijk naar de gelagkamer. Ik zie dat Zesstra aan het ontbijt zit en ga bij haar aan de tafel zitten. Ik bestel ook een ontbijt en ik laat Zesstra weten dat we moeten achterhalen wat nou de inhoud van de drie flesjes is én wat er op die scroll staat. Ik geef haar de opdracht een en ander maar eens te achterhalen. Naar eigen inzicht. -Benieuwd hoe zij dit gaat bewerkstelligen want als ze dit verprutst, weet ik gelijk wat ik haar wél en niet moet laten doen- denk ik. 'Ik heb nog een afspraak te regelen dus daar ga ik mij mee bezighouden' zeg ik tegen Zesstra. Ze knikt en verlaat de tafel, haar ontbijt, deels onaangeroerd, achterlatend. Als ik mijn ontbijt op heb, verlaat ik de gelagkamer om een afspraak te regelen met Drizzinil (de priesteres van Huis Olath Orbb).
Als ik de gelagkamer uitkom en de gang eens doorkijk, zie ik een wanre en roep haar bij mij. Gedwee komt ze naar mij toe. Ik zeg haar dat ze met mij mee moet lopen en dat ze namens mij een bericht moet brengen naar Huis Olath Orbb. Ik loop naar mijn vertrekken en de wanre volgt op een twee meter achter mij. Ik open mijn deur en ik loop naar binnen. De wanre blijft staan op de gang maar ik gebied haar binnen te komen. “Ga in de deuropening staan” zeg ik haar en gedwee volgt zij mijn order op.
Ik loop naar mijn tafel en pak een stuk papier. Ik schrijf: Ulu Yathrin Drizzinil Fyllion. Usstan orn'la saph ulu thalra dos mufo wun Arach-Tinilith ulu telanth chaon. Tesso l'wanre vel'uss belbaus dos nindol char'riss vel'bol draeval dos shlu'ta tlu gaer. Usstan orn thalra dos wun Arach-Tinilith a dosst requested draeval. Yathrin Khaless Jhalavar .. ik verzegel het met het huiszegel en geef het aan de wanre. Ik zeg haar te wachten op antwoord en dat antwoord aan mij te melden zodra ze het ontvangen heeft. 'Zhaunus, bel'la dos, yathrin' zegt ze. Ze knikt en loopt, met ietwat versnelde pas door de gang uit mijn zicht.
Ik besluit naar de kerkers te gaan om eens een nieuw onderhoud met Angasté aan te gaan. Ik daal de trap af en zie dat de gevangenen net worden gevoederd. De wachter die bezig is om ieder minder creatuur te voorzien van voer, werpt zijn ogen neer .. 'Yathrin .. ulu vel'bol xun udos ruebuss dosst ilfu'da'? vraagt hij. 'Usstan inbal doer ulu zirn l'n'nehrur tluin, Angasté' zeg ik 'vel'klar zhah il un'thur'? 'Qualla flohlu uns'aa, Yathrin' en ik volg de wachter. Bij de celdeur neem ik de bak met voer van de wachter over en gebaar hem dat hij de cel open kan maken. De wacht gaat onwennig op zoek naar de juiste sleutel en als hij deze gevonden heeft draait hij de deur van het slot en opent hij de deur van de cel. Hij geeft mij de ruimte om langs hem heen door de celdeur te stappen. Ik gebaar hem de deur achter mij te sluiten maar niet op slot te doen. 'Yathrin'? stamelt de wacht ietwat verbaasd. Dicht maar niet op slot gebaar ik nogmaals.
Achter mij sluit de deur en ik zie dat Angasté op haar stenen bed zit. Ze staat op als ze mij ziet. 'Yathrin ..' spreekt ze op eerbiedige toon. Ik gebaar haar te gaan zitten en geef haar de bak met voer.
(wordt vervolgd)